door aandewaterkant

Nog 9 eurootjes voor het verzorgingske, hoor ik haar fijntjes zeggen. In de spiegel aan de wand kijk ik naar mezelf. Ja, helemaal goed, besluit ik tevreden.

Elke zes weken vind ik het een astronomisch bedrag. 89 euro, de prijs die ik betaal om niet grijzend door het leven te gaan. Ooit probeerde ik het. Zonder kleur en helemaal voor het natuurlijke. Ik herinner me de dag dat ik ergens in een winkelspiegel keek en schrok. Diezelfde dag nog maakte ik een afspraak bij de kapper.

De tuin kijkt me verwijtend aan. Helemaal door mij verwaarloost de laatste weken. Maar het moet nu even zo. Mijn tijd wordt teveel ingenomen door andere dingen. Als ik door de tuin wandel,’s avonds bij het thuiskomen, is er elke dag wat meer herfst te bespeuren. In snel tempo vallen de bladeren en enkel spruiten en krulkool tieren nog welig.

Het ontbreekt me nochtans niet aan buitenlucht. Wanneer mijn werkdag eindigt, hangt er al mist over de weien en branden de lichtjes aan de paarden stallen. Dan wandel ik nog eens rond op het erf en wrijf over de paarden hun neus. Paarden zijn zo bijzonder.

Waarbij ik moet denken aan hun ogen. Een glazige diepte kruist mijn blik wanneer we naar elkaar kijken. Het lijkt alsof ik zo in een stukje ziel kijk. Blinkend, bodemloos. Krachtig en beheerst. Het wrijven over vacht maakt me rustig. De kat krolt zich tegen mij en mijn handen bewegen automatisch. Loes, de hond van de boer, komt nog even naast me zitten en weer wrijf ik. Heerlijk, al die beestenlijven.