door aandewaterkant

Elk jaar weer een feestmoment. De overrijpe tomaten gaan de pot in voor een verse tomatensoep. Het sap loopt door mijn vingers en ik probeer zo weinig mogelijk te verliezen. Een toren verse basilicum, die met haar geurigheid, een zuiders tintje aan de keuken geeft. Al is dat natuurlijk overdreven, maar het is het gedacht dat telt.

Het gaat weer beter, dat schrijven op een wit blad. Die bril zit er natuurlijk ook voor iets tussen. Zonder traan en pikkende ogen is het net iets aangenamer werken. Alleen dat op en af is soms wel vermoeiend. Misschien dat ik me eens een koordje aanschaf.

De radio speelt op de achtergrond en ik vang hier en daar een woord op. Ilse Beyers, hoofdredacteur van Dag allemaal, vertelt over haar jeugd. Ze spreekt de angst uit die haar moeder heeft als ze op de radio vertelt dat ze aten van voedselpakketten. Deurwaarders die bijna als vrienden beschouwd werden omdat ze met de regelmaat van de klok aan de deur stonden. Dit alles omwille van de alcohol, vaders beste vriend.

Het belangrijkste is, zo herhaalt ze, dat alles goed kwam met iedereen. Ondanks alles. Ik ben blij met haar woorden en de natuurlijkheid waarmee ze de problemen erkend. Uit eigen ervaring weet ik dat het veel makkelijker is om te zeggen dat alles was zoals het hoorde.

Niet de alcohol of honger die ik herken. Wel jezelf de goedkeuring geven om te erkennen dat het niet allemaal rozengeur en maneschijn was. Voor mij het belangrijkste dat er geen wrok of angst meer is en het besef dat je er, uiteindelijk, veel wijsheid mee verwierf.

Ik zou er witte bladeren vol mee kunnen vullen. Met dat ‘er was eens’ verhaal. Ooit broed ik dat ei nog wel eens uit.